Aantekeningen |
- Woonde van 1667 - 1692 op de boerderij "Huningaheerd" te Beerta
Bonno Huninga van Oostwold
Bonno (Bonne) Sebens (Sebes) Huninga van Oostwold [4107], geb. te Beerta [Gr] circa 16301, landbouwer op de Huningaheerd te Beerta [Gr]3, woont op de Huningaborg te Beerta Status van 1667 tot 1692, jonker, Heer van de Huningaborg te Beerta [Gr] van 1693 tot 1693, ovl. (minstens 66 jaar oud) te Beerta [Gr] tussen 7 mrt 1696 (wo) en 22 feb 1689 (di) (1697)2, begr. (1699)
Relatie steenhuis Ulda en steenhuis Beerta.
- Ulsda is een gehucht in de gemeente Reiderland in de provincie Groning en (Nederland). Het ligt tussen de spoorlijn Groningen - Nieuweschans en de autoweg A7. Direct aan de andere kant van de A7 ligt Klein Ulsda dat echter niet in Reiderland ligt, maar in de gemeente Bellingwedde.
Ulsda ligt op een zandafzetting in het kleigebied van het Oldambt. Door die ondergrond bleef het ook tijdens de grootste uitbreiding van de Dollard droog, het was in die tijden, de periode 1450 tot 1600 een eiland in de Dollard.
Volgens de overlevering heeft op het eiland ook een klooster gestaan. Dit berust echter op een misverstand. De stenen van dit vermeende klooster zouden zijn gebruikt zijn bij de bouw van de kerk van Beerta, maar de de stenen waren echter afkomstigvan de kerk van Ulsda, die in 1462 werd afgebroken. Ulsda was ook de zetel van een steenhuis, waarvan men in de negentiende eeuw de resten had gevonden tussen Ulsda en de Bult. In het waterstaatsverdrag met het jaartal 1420 wordt Wyawert Hayens genoemd als hoofdeling in Ulsda. Waarschijnlijk is hij dezelfde als Liwert Hayens in het verdrag met het jaartal 1391, die dan als zetel 'Berda', Beerta heeft. Het steenhuis in Beerta ofwel het steenhuis in Ulsda heeft Exterhuis of Oud-Exterhuis geheten. Er is namelijk een relatie tussen beide steenhuizen en de Eexter hoofdelingenfamilie Tiddinga. Voordat de Huninga's in Beerta kwamen was hun steenhuis bewoond door Tiddinga. 'Exterhuis' wordt veelal genoemd onder de verdronken dorpen in de Dollard, maar ook dit berust waarschijnlijk op een misverstand.
Ulsda is samen met Wedde, Vlagtwedde, Onstwedde, Winschoten en Bunde één van de oudste nederzettingen in het gebied. De oudst bekende schrijfvorm van Ulsda is 'Olswida', dat gezien de suffix -wida ouder is dan de toponymen met suffices -lee/-loo en -wolda.
- Van 1666 tot 1668, mogelijk tot 1672, bezit Jonker Bonno Huninga van Oostwold een boerderij aan de Molenstraat 66 te Scheemda (BWO 21). Hij verhuist vervolgens naar Beerta, waar hij als Heer op de Huningaborg heeft gewoond van 1667 tot 1692 (BBB21). Hij wordt hier 'jonker' genoemd.
- In Groningen was "Joncker" de titel van een hoveling. In Friesland en G roningen was het de bezitter van een borg, die zich in de loop der tijd en allerlei heerlijke rechten wist toe te eigenen. Oorspronkelijk woonden ze in een boerderij, later werd dit een borg, of zoals elders een adelijk kasteel. Tot de 16e eeuw komt alleen de titel "hoofdling" voor, daarna noemden ze zich liever "Jonker". De hovelingen hebben geleidelijk de macht en heerschappij in de Ommelanden aan zich getrokken, maar zij verloren veel van hun gezag onder de Centrale Regering van Karel V. (Bron: Boerderijenboek Wold-Oldambt).
Beerta Fol.528 - 21 juli 1670 - vrou Tija Tiddinga, weduwe Huninga leentvan Eggo Hommens en Ettjen Phoebens (ehel.) 400 car.gld. à 5%. Borgen: jr. Bonno Huninga en vrou Sijpke Fockens (ehel.) en de edele manhafte Bernhardt Heckman, lieutenant, Getuigen: mr. Jan Wijllems en mr. Pieter Mattheus
Beerta Fol.106 - 9 april 1678 - Vrouw Tia Tiddingha, weduwe Huningha, jr. Philips Daniel Finck en Ettien Huningha (ehel.), geassisteerd door jr.Dodo Allardt Huningha, jr. Bonno Huningha en zijn vrouw, Joannes v. Lünen der beijden rechten doctor als voogd over de nagelaten kinderen van wijlen capitein Bernhardt Heckman bij juffrouw Bouwina Huningha, jr. Eppo Huningha, ca. 29 jaar, mede geassisteerd door jr. Dodo Allardt Huningha,ze hebben hun onderlinge ruzie tot een einde gebracht m.b.t. dekoop vanhet sterfhuis schuur etc. Jr. Finck zal behouden het land zoals hij bezit ter grootte van 67 deimt. De kinderen van kapitein Heckman zullen aanzich behouden 60 deimt land in Midwolderhamrik, zoals hun moeder tot bruidsschat heeft meegekregen. Jr.Bonno Huningha en zijn vrouw verkrijgen degehele huisheerd, ten noorden tot aan het ruige veen, ten oosten Tonnis Hermans en Geert Hermans, ten zuiden tot aan de Heeresloot, ten westen Eghbert Swijckens als meier van raadsheer van Gockinga. M.u.v. 24 deimt waar van artikel 4 nader sal worden gementioneert met de gehele behuizingen schuur met het duivehuis, tevens het kerckgestoelte en begraffenisse soo sijn ouderen hebben gebruickt, waarvan de eigendom zal blijven bij jr. Bonno Huningha en Sijpke Fockens (ehel.). De heerd te Blijham zal vanjr. Bonno Huningha naar Tia Tiddingha weduwe Huningha gaan ter afdoeningvan gezamenlijke schulden. Jr. Eppo Huningha zal in de huisheerd genieten 24 deimt bruikbaar land, welke door jr. BonnoHuningha en zijn vrouw meierwijze zullen worden gebruikt, per deimt jaarlijks 4 daler huur. Bovendien zal jr. Eppo Huningha genieten het Hamsterhof, zoals door de erfgenamen van Lui Peters wordt gebruikt, geschat op 42 deimt. Bepaald wordt dat TiaTiddingha, weduwe Huningha, 2 kamers zal mogen bewonen samen met haar ongetrouwde zoon jr. Eppo Huningha bij haar zoon jr. Bonno Huningha,met vrije brandt. Het veen is buiten de verdeling gebleven. Getuigen: Peter Peters en Hinrick Ockes.
Beerta Fol.159 - 2 augustus 1693 - jr. Bonno Huninga, voor zich zelf en als leg.tut. over zijn minderjarige kinderen, verkoopt aan koopman Geert Hermans Hesse sijn sekere stuck boven of uitgegraven veenlandt soo gelegen is in de oude Beerta in de noorteinde van dien heerdt soo de coper voor desen van de vercoperen heeft gecoft. Ten noorden Finsterwolder swet,ten oosten Ocko Jans, ten zuiden de koper, ten westen de verkoper met zijn laan. Prijs: 300 car.gld. Getuigen: Mentko Wijpkes en Gerrit ter Brüggen.
Beerta Fol.442 - 24 november 1698 - Luitenant jr. Jacob Heckman, Focko Waldrix en Hero Hommes voogden over de minderjarige kinderen van wijlen jr. Bonno Huninga en vrouw Sijpke Fockens, anders Huninga (gew.ehel.) metGeert Tonnis Hesse en Censke Huninga (ehel.) vanwege geleverde waren aanhet huis van jr.Bonno Huninga schuldig te zijn aan koopman Reindt Gerrits en Jantjen Claessen (ehel.) in de Beerta 600 car.gld. à 4:%. Getuigen: Tonnis Evers en Riendelt Ockes.
|